Nieuws               Home    Geleen, 8 augustus 2009

Trollen op Lolland

De voorbereidingen

Of we meegingen naar RØdby. RØdby, of all places. Een plaatsje dat in 2007 2341 inwoners telde. Waar je aankomt met de boot uit Puttgarden op weg naar Kopenhagen en waarvan de ANWB gids zegt dat het niet de moeite waard is er langer te blijven. Wie gaat er dus huis en haard verlaten
om daar een weekje avontuur en vertier te zoeken?

Marieke en Pierre Coumans dachten daar anders over. Want er is ook een galerij in RØdby en daar
zou Marieke van 5-18 augustus exposeren. Voorlopig waren ook Eric van Muijen , Iet en Huub Esser van de partij.



En vrijdag 31 juli zou er een voorbespreking zijn
om alles in detail te regelen.

Die vrijdag gingen we dus naar Stein.
Eric was er al en even later meldde zich ook
Ton Bijlmakers uit Rekem.

“Wat kom ik hier eigenlijk doen?”, vroeg hij. “O”, zei Marieke, “goed dat je ’t vraagt, want je gaat mee
naar R
Ødby.”

Daarmee was alles tot in de puntjes voorbereid en zo vertrokken we dan zondagochtend 2 augustus naar dit godverlaten maar veelbelovende oord.

 

De reis

Ton had de avond ervoor nog een bruiloft gehad, maar leek desondanks nog redelijk monter.
Zelden heb ik een volwassen iemand die op alcohol is gesteld zo veel limo naar binnen zien werken. En op de ravitailleringplaatsen moest hij soep, niets anders.
Uren later, in Puttgarden nauwelijks op de bood, kwam hij ons vanuit de bar verwelkomen met vier aquavits. Hij was kennelijk weer helemaal de oude.

Aangekomen in R
Ødby werden we door Marieke uitgenodigd in een chinees restaurant in Maribo.
Op zondagochtend om 08.00 uur vertrekken om 700 km verder een Chineesje te pikken.
Je moet er maar opkomen.

Gallery  Sigvardson

De maandag begon niet als alle andere want we zouden, voor het eerst in ons lebeven,
naar gallery Sigvardson gaan, waar een lange slungel, met blote benen in een soort zelfgemaakt schoeisel, ons verwelkomde. Hij leek zo uit een trollenverhaal te komen. Hij, Bo Sigvardson (57), bleek de eigenaar van de gallery.

“Most of the time I’m a bit mixed up”, zei hij na de begroeting. “I start with something and a
minute later I’ve forgotten what I was doing.”
“You’d better fix that first”,
meende ik en wees op een gat in de muur, waar hamer en zaag nog
op de vloer lagen. “Thanks”, kraaide hij
,”I started that this morning”en wandelde naar een andere hoek van de galerij, zich onderweg waarschijnlijk afvragend wat hij daar ook alweer moest..........
.............................................................


Dat heb je zo met ‘real artists’, een groep waartoe
hij kennelijk ook behoorde.
En inderdaad, naast schilderijen maken,
had hij ook al twee keer het
Guinness Book of
Records gehaald, een keer met de langste verfkwast
en een keer met de langste vishengel.
Toen ik nogal balorig vond dat die langste hengel geen kunst was als je eenmaal de langste verfkwast had, daar hoefde je dan een dag later alleen maar een touwtje aan te hangen, was hij not amused.
“No, no. those are two totally different things, young man”,

onderwees hij me. Na dat ‘young man’ begreep ik hem beter, want dan zouden de andere dingen 
die hij vertelde misschien ook wel niet helemaal kloppen.
Buiten begon beeldend kunstenaar Ronnie Hoimberg vrolijke western songs op zijn gitaar ten 
gehore te brengen. Veel gehoor kreeg hij niet die maandagochtend.

Binnen hingen zijn schilderijen met mysterieuze figuren uit een nog mysterieuzere wereld. Inderdaad ook een veelzijdig man.

Zijn vrouw gaf verderop in een leegstaand pand workshops
‘hangers maken’ waar Marieke en Paula zich al snel gelukkig voelden.
Want er waren nogal wat engeltje te ‘hangen’  en daar zijn deze vrouwen dol op. Is dat volgens de regel ‘soort zoekt soort’ of 
‘uitersten trekken elkaar aan’?

Naast alle andere mysteries zou ook dit vandaag niet worden opgelost.

                                                                                   Schatgraven in Maribo.  

En de mannen, dat wil zeggen de andere mannen?
Die gingen naar Maribo en doken daar op allerlei tweedehands artikelen die hier om de andere winkel te koop worden aangeboden. Het lijkt of de ene helft van de stad zijn gebruikte spullen aan de andere helft wil slijten. Zo dook Huub op een bord van 5 kronen waarover de rest van de dag is gediscussieerd of het nu Royal Copenhagen, Rosenthal of Wedgwood
zou zijn.


Pierre dook op een Jugendstil kommode of was het Marieke,
die in een impuls vond dat ze dit meubelstuk al altijd had willen hebben?

En Ton moest en zou die mooie oude klok hebben die in de Oude God de zaak danig zou opvrolijken. Dat althans wist hij zeker toen we terug in RØdby waren. Dus moest en zou er de volgende dag meteen naar Maribo gegaan worden,
voordat een onverlaat de klok, die daar jaren rustig had gelegen, nu opeens voor zijn neus zou wegkapen.

 

Kopenhagen

Dinsdag 4 augustus stond Kopenhagen op het programma. Redelijk vroeg op pad dus voor die ruim 140 km en een dagje hoofdstad. Maar nee, eerst moest en zou dus de klok van Ton in Maribo
worden opgehaald. Hoewel hij nog niet van hem was en daarover vreesde hij nu met steeds grotere vreze. Rond 09.30 uur in Maribo bleken de winkels gesloten. Gelukkig lag de klok er nog altijd en
Ton posteerde zich voor de deur als een koene wachter. Nu kon er niemand meer tussen hem en zijn geliefde komen, nu zou ze voor goed de zijne worden. We hebben wel enige ervaring met jonggeliefden die het te lang duurt voor ze in elkaars armen kunnen vallen. Zo stond Ton hier wellustiger dan ooit. Daar lag zijn geliefde achter glas en hij kon haar maar niet bereiken.
Twee minuten over tien was ze de zijne. Lang is er die dag gesproken over de klok.
Had ze nu wel of niet een slagwerk? En ja, zou ze nu ouder of jonger dan zijn dat Ton?

Wat je verder over Kopenhagen wil zeggen, je bent er niet geweest als je de kleine zeemeermin niet hebt gezien.
Die volgens het sprookje van Anderson haar geliefde maar niet
kan krijgen en nu in de haven rustig en bevallig zit te wachten. Soms, heel soms, als ze denkt hem te zien, beweegt ze heel even. Toen ze Eric ontwaarde meende ik dat ook  heel even te merken. Kun je misschien nog zien op de foto die hij van haar heeft gemaakt. Of bewoog hij daarbij zelf?


Kopenhagen heeft natuurlijk meerdere attracties.
Wat dacht je van het reuzenrad, Tivoli en het muziektheater.


En van de vele godenbeelden,
hier door  levende godinnen bewaakt.


En, last but not least,
de engel die als door God gezonden, waakt over de haven en alles wat zich
daar ten gunste van de
stad en haar bevolking afspeelt.
Voor de eendagstoerist is het handig een trip met een van de vele toeristenbussen te maken. Je kunt naar believen een dag toeren, uitstappen op een van de vele aantrekkelijke plekjes om daarna weer gewoon je reis te vervolgen. Een hele dag lang. Het kost een aardige kroon, 120 zelfs, maar dan heb je ook wat. Of het nu aan een van onze eerlijke gezichten lag, je weet het nooit, maar de kaartjes zijn door niemand gecontroleerd. Op het laatst drong ik er zelfs op aan ze te laten zien, maar de chauffeur wees dat als zeer onkies van de hand.  


De opening

Woensdag 5 augustus was het dan zover, de opening.

International Art & Culture Festival 2009
August 1 – 7

Wednesday August 5th: Opening reception with sculptor / painter Marieke Russell, The Netherlands.
The exhibition is taking place from 5 - 18 August.

 

En met receptie, kortom de beste outfits werden uit de kast gehaald. En opgetogen zorgden we ervoor mooi op tijd te zijn om het moment supreme van deze week niet te missen.  

 


Bo keek enigszins verrast een legertje Nederlanders in zijn gallery te zien. Waar kwamen die voor? De opening? Maar die was toch al zaterdag 1 augustus geweest? En daar had de burgemeester toch 
al in zijn beste Deens een en ander gezegd? Wat precies konden 
de Nederlanders slechts bevroeden. Hij had weliswaar een 
Engelse speech voorbereid, maar omdat er vrijwel niemand buiten Denemarken aanwezig was geweest, had hij daar bij nader inzien maar geen gebruik van gemaakt. Want waar waren de 45 Afrikaanse dansers? Hadden niet tijdig een visum gekregen........ 
De burgemeester had zelfs, in het Deens, gezegd dat R
Ødby een afgesloten plaats was geworden. En Bo was daar nog boos over. Zeer boos zelfs en hij trok zijn kwaadste gezicht. Althans iets dat daarop moest lijken. Het was allemaal de schuld van de Deense Volkspartij, die met haar 25% van de zetels te veel voor het zeggen had. Zijn vrouw hield de website bij en zorgde voor de administratie. Gelukkig was ze net AOW gerechtigd zodat ze toch enig inkomen hadden. En ja, misschien hadden ze alles wel ietsje beter kunnen regelen. Maar Bo was Bo, 
daar deed je niets meer aan.   

 

Marieke verdroeg het alsof ze met alles in het leven, dus ook dit, rekening had gehouden. Gisteren bleek ze op de TV te zijn geweest, dus daarop kon je aardig teren. En hier zocht ze nu troost bij haar libellen en de zeemeermin, die ook wist dat je toch niet alles kreeg dat je begeerde.  

             Gedegen voorbereiding op het interview  
In een 
verderop 
gelegen 
stamineeke 
zorgde Eric voor 
een opening, receptie 
en wijn. En ’s middags 
konden ze terecht voor een 
interview. En dat zou, maar 
dat wisten ze nu nog niet, een 
alleraardigst artikeltje opleveren 
in de Deense Folketidende. Kijk, er 
liep toch nog iets goed in dit godverlaten, 
maar begeerlijke oord.  

Waren Marieke, Pierre en Eric die middag dus nog in touw, Iet, Huub,Ton,Paula en Wiel gingen naar het pittoreske Nakskov om daar onder meer de Russische onderzeeboot U-359 te bekijken. 
Het was eenzelfde type als in de Zweedse wateren was verongelukt. Toen de U-359 nadien uit de (oorlogs-)vaart werd genomen, schreven de Denen een verzoek aan Gorbatschov om er een te 
mogen tentoonstellen.

Met veel vredesgerommel en goede wensen voor 
alle vredelievende volkeren werd dat ingewilligd. 

En hier lag hij nu in Nakskov, voor Huub een 
bonk roest, waar hij voor geen geld van de wereld 
in wilde. Wiel kreeg er genoeg van toen hij binnen 
de opdracht hoorde: ‘Tepjer, pjerwaja ataka’, hetgeen hij nog wel verstond en Ton ging er met 
zijn lange lichaam, totaal niet bestemd voor het leven in een onderzeeboot, helemaal doorheen. 
Even hebben we nog gevreesd dat in een van de compartimenten een sluitstuk opeens niet meer functioneerde.  

En de dames? Die stonden, zoals wel vaker, 
erbij en keken ernaar.  


Eerlijke gezichten en een rush op kranten.
 

De dag na Mariekes triomf splitsten de geesten zich en waren ook de lichamen bereid een eigen navenante weg te gaan. Iet en Huub kozen voor de botanische tuin aan de wetkust, Marieke, Eric 
en Ton gingen zwemmen in Nakskov (geen duikboot gezien?) en Paula, Pierre en Wiel gingen nog cultureler doen. Hoewel, eerst zou de kommode in Maribo worden opgehaald. Nauwlettend werd gekeken of de koperen kandelaars er nog op zaten, want je wet maar nooit met Denen. Jawel. ze zaten er nog op en zelfs het kwastje dat eraan hing mochten we meenemen. Pierre had weliswaar geen rekening bij zich, Wiel leek weinig op de man die er nog over was komen onderhandelen en Paula al helemaal niet op Marieke, die ze tenslotte had willen hebben. Uiteindelijk moet een van onze gezichten er eerlijk genoeg hebben uitgezien en dus mocht de kommode de auto in, waar hij door Pierre zo vakkundig werd geborgd, dat je de indruk kreeg dat hij dit vaker had gedaan.  


En toen? Op naar het Frilands Museum waar we kennis 
maakten met de gebouwen, werktuigen en leefwijzen van 
de oude Denen op dit eiland. Met duistere alkoven waar nauwelijks plaats was voor twee personen, maar, zoals 
Bertus Aafjes zei: in de liefde is een ook een klein bed groot. Dus bleken deze alkoven van voldoende formaat om ervoor 
te zorgen dat er nog altijd mensen op het eiland wonen.  


Onvervaard werd hierna naar het Fuglsang Museum vertrokken waar oude portretkunst vanaf 1830 tot en met Cobra, kubisme en moderne kunst werd getoond. Twee ervan staan nog op mijn netvlies: 
“Die Beweinung” en ‘Avancer”.

 “Avancer” is een bijna drie meter hoog beeld van een soldaat die met getrokken geweer en opgezette sabel naar voren snelt, terwijl over zijn armen een jongeling ligt die een hoorn blaast. Waanzin heb ik zelden treffender zien uitgebeeld.  

 


En “Die Beweinung” is een schilderij waarop een jonge vrouw 
een hübsche jongeman beweent. Het is een universeel verdriet, maar de wonden in zijn voeten en drie kruisen boven hem verwijzen naar een echte Pieta.
 

En dan naar de boeken, om die kunstwerken mee naar huis te nemen. Nee, ook geen kaarten hiervan. “Nun, dann gehe ich zurück mit meiner Kamera”, kondigde ik aan. Maar nee, fotograferen was ten strengste verboden.

“Sind wir deshalb ganz aus den Niederlanden, sogar aus dem weitesten Teil davon, gekommen?” vroeg ik.

De mevrouw keek ons aan en weer moet een van onze gezichten er eerlijk genoeg hebben uitgezien, want ze draaide zich om en zei slechts: ”Gehen Sie nur, ich sehe nichts.” 


De stemming kwam er nu in en opgetogen togen we naar Nysted om daar het kasteel en de verzameling oldtimers van baron Johan Otto Raben-Levetzau te gaan bewonderen.  

Maar wacht even, vandaag zou een artikel over Marieke worden geplaatst en de krant zou na 13.00 uur beslist uit zijn, zo was ons verzekerd. Waar ga je die halen? Het bleek niet makkelijk. Bijna overal was ze vandaag voortijdig uitverkocht. Maar in een kleine super in Kettinge lager nog enkele exemplaren van de Folketidende waar het bericht over de tentoonstelling met een prachtige foto van de Hollandske Marieke Russel en haar werken was opgenomen. Pierre wachtte vol ongeduld in de auto. Nauwelijks had hij het artikel gezien of hij vroeg waarom we niet de hele oplage hadden meegenomen.

Waarop hij de wagen uitsprong en het gebouw leek te gaan bestormen. En jawel, van de rest waren er nog maar drie over. En zagen we het goed of niet, liep opeens niet iedereen met een exemplaar van Folketidende in zijn karretje? Opwindend nieuws verspreidt zich razendsnel op zo’n eiland.  

Toen kon er dan in Nysted worden geluncht. We vonden een typisch havencafeetje maar info rmeerden eerst bij het VVV kantoor naar de openingstijden.  
“I have a sad message for you, Sir”, zei de dienstdoende mej. “The baron died last year.”  

“Well, have we come all the way from the Netherlands etc.” begon ik weer, maar ook met eerlijke gezichten was hier niets meer aan te doen, zo begreep ik  tenslotte. “You’ll have to live wit it”, zei het meisje en wees op een andere oldtimer verzameling, in Vaeggerlose.  

We zetten ons manmoedig over deze tegenslag heen, proefden nadien de Deense specialiteiten nog intenser en hoewel de middag al redelijk was gevorderd, begaven ons naar Vaeggerlose.  

 

Daar was nog alle tijd voor. Dachten we, want toen we er om 17.00 uur aankwamen, bleek het om 17.00 uur te sluiten.

Maar opnieuw mochten wij, die helemaal uit Nederland waren gekomen om speciaal deze verzameling te bewonderen, alsnog binnen en er ongestoord blijven zo lang we wilden. Pierre heeft zelfs een foto van drie oldtimers bij elkaar genomen, zo verkikkerd is hij erop.

(Zie foto Pierre)  

De laatste dag  

De laatste dag zou staan in het teken van totale ontspanning van lichaam en geest. Dus vertrokken we ’s ochtends met zijn allen naar het safaripark in Bandholm, een landgoed van 600 ha in Engelse stijl. Door de familie Knuthenborg voor het publiek open gesteld, waarna ze er ook nog een safaripark hebben geopend.  
Hier kon je apen, lemuren, tijgers, kamelen, rinocerossen, giraffen en 
ander (on-)gedierte zien. Dat allemaal geduldig wachtte, zijn kunstjes vertoonde en na te zijn gefotografeerd opeens weer verdween alsof het, 
net als in de Tour de France,  middels oortjes door een ploegleider daartoe werden gesommeerd. Zij liepen hier vrij en vrank in hun eigen, grote domeinen, terwijl wij op de enge paden dienden te blijven. Ongetwijfeld zullen ze, zoals Tucholsky ooit schreef, gedacht hebben dat het goed was ons ‘achter tralies’ te zien.  

Vooral de giraffen boeiden. 
Ze reikten hun
lange nekken hoog in de lucht om elkaar daar, 
zo dicht mogelijk bij de hemel, te kussen. 

“Ze eten gewoon van hetzelfde blad”, meende Eric. Maar goed, hoog in de lucht van eenzelfde blad eten, lijkt minstens even romantisch als elkaar daar te kussen. 

Dat doet tenslotte iedere piloot met iedere stewardess, heb ik begrepen. Kortom, alles leek zoals het in het aards paradijs ooit geweest moet zijn.  

Jammer genoeg hebben tijgers nog geen kennis genomen van het Oude Testament, anders hadden we weer helemaal met elkaar door een deur gekund. Als een tijger gegeten heeft, is hij sowieso mak als een lammetje, meende Eric. Maar we kenden de voedingsuren niet en hebben dus maar het zekere voor het onzekere genomen.  

 

Daarna op naar Nakskov voor een botanische tuin. Nee, niet de grote, daar kwam het niet meer van. Maar deze was ook ruim voldoende voor de inmiddels toch wel vermoeide geesten.

Huub heeft er nog een plant gekocht, die, naar ik meen, later in het appartement is achter gebleven. 
Aardige mensen, die Nederlanders, zal de vrouw van het appartement hebben gedacht. Als ze de wijn heeft gezien, die we voor haar in het halletje hebben laten staan, 
denkt ze dat weer. 
Zolang ze die niet geproefd heeft.


Die avond, de laatste dus, kwam Marieke met de oplossing voor veel ellende 
in de wereld van Lolland. Er leven daar trollen, bietentrollen nog wel. Dat zijn de ergste. 
En als die je niet goed gezind zijn, loopt een en ander in het honderd............................................
We hebben snel een kaarsje
niets meer kon gebeuren.
zoals iedereen weet.
kleerscheuren, mooi op tijd
gekomen. Misschien dat de
ook een beetje voor
Lolland is dan ook dat je het
met deze wezens moet zien


Travel-Story by
Wiel Gielkens
aangestoken, zodat ons nu
Want voor vuur zijn ze bang,
De dag erna zijn we zonder
en gezond en wel weer thuis
zeemeermin en de elfjes daar
gezorgd hebben. De les van
beste maar goede maatjes
te blijven

Home 

Naar boven
 

Nieuws